Skip to main content

‘Sommige blowers stagneren in hun ontwikkeling. Ik ben daar zelf een beetje allergisch voor’

‘Ik ben iemand die snel geneigd is tot piekeren. Dan raak ik verdwaald in mijn eigen gedachten en kom ik in een neerwaartse spiraal terecht. In mijn middelbareschooltijd liep ik hiervoor bij een psycholoog en leerde ik met behulp van bepaalde technieken mijn gedachten beter te controleren. Maar er blijven momenten waarop mijn gedachten te snel gaan en er niks positiefs uit komt. Op die momenten steek ik een joint op en komen mijn gedachten even tot rust.

Blowen is voor mij geen vorm van escapisme. Introspectie is juist een van de redenen waarom ik psychologie studeer. Maar er is een verschil tussen introspectie en de neerwaartse spiraal waar ik het over heb: die kan leiden tot een depressie. Blowen is voor mij dus een manier van coping: ik gebruik om zelfmedicatieredenen. Mijn psycholoog drukte me destijds wel op het hart dat ik er verstandig mee om moest gaan en dat doe ik. Daarin ben ik wel een uitzondering.

Bij de mensen om mij heen die veel blowen, zie ik dat ze dingen links laten liggen. Ze stagneren in hun ontwikkeling. Ik ben daar zelf een beetje allergisch voor: voor het niet verder willen groeien. Daarom kijk ik altijd kritisch naar mijn eigen drugsgebruik. Ik rook één of twee jointjes per dag. Als ik aan mezelf merk dat ik een zekere afhankelijkheid heb opgebouwd, doordat ik na het blowen bijvoorbeeld minder stoned ben dan ik had verwacht, dan doe ik een stapje terug. Soms las ik zelfs een stopmaand in; een maand is meestal genoeg om mijn tolerantie weer omlaag te brengen. Een maatje van mij is zelf gestopt met blowen en hij helpt me dan door de stress en afkickverschijnselen heen. In mijn optiek kan drugsgebruik dus gezond en opbouwend zijn.’