
‘Ik nam een aantal likjes MDMA en ik was meteen verkocht’
‘Toen ik zestien was datete ik een jongen die echt faliekant tegen drugs was. Hij had een oom die was overleden aan een overdosis en dat heeft hem denk ik echt doen schrikken. Ik ben echt een people pleaser en deed toch geen drugs, dus ik ging daarin mee. We konden samen lekker neerkijken op vrienden en kennissen die vertelden over hun drugsgebruik. We vonden ze dan oprecht stom, een stel junks. Toen die relatie eenmaal achter me lag, raakte ik steeds meer geïnteresseerd in drugs. Ik was op een klein festival in Amsterdam-West toen mij wat MDMA werd aangereikt. Ik nam een aantal likjes en ik was werkelijk meteen verkocht. Ik begreep wel waarom al mijn vrienden dit deden. MDMA nemen was voor mij denk ik ook een manier om tegendraads te zijn naar mijn vorige ik. De ik die in die oude relatie mijn eigen gevoelens wegcijferde voor het genoegen van een ander.
Mijn ex-vriendje was niet de enige die echt anti-drugs was in mijn leven. Mijn ouders zijn ook echt geen fan. Toen ik een keer onder invloed thuiskwam en heel veel lawaai maakte doordat ik kopjes liet vallen, zagen ze het meteen: ik zat aan de drugs. Hun wereld stortte in. Voor mij was dat echt een nachtmerrie. Er is niets pijnlijker dan de teleurstelling in de ogen van je ouders zien door iets wat je zelf in de hand hebt. Ze hadden me nog zo gewaarschuwd voor deze wereld. Ik zie nu in waar de problemen lagen: openheid. Drugs werden sindsdien de olifant in de kamer. Dat voelt zeer ongemakkelijk. Mijn kinderen gaan later echt over alles kunnen praten. Want experimenteren doen ze toch wel.’