Ooit gehoord van de Opiumoorlogen tussen China en Engeland? De gevolgen van die stokoude conflicten voelen we nu nog op het wereldtoneel; de explosieve situatie in Hongkong bijvoorbeeld is direct terug te herleiden naar deze twee oorlogen in de negentiende eeuw. Voor de Chinezen zijn de Opiumoorlogen een deuk in hun nationale eergevoel en het begin van De Eeuw van Vernedering.
Tekst Aron Friedman
Nederland was lang niet het enige Europese land dat schaamteloos drugshandel dreef met goedkeuren van eigen regering. Ook Groot-Brittannië heeft bepaald geen schoon blazoen als het aankomt op de verkoop van drugs. Ze hebben er zelfs twee oorlogen om gevoerd – eentje vechtend aan de zijde van hun traditionele aartsvijand, Frankrijk. Soms weegt winstbejag zwaarder dan principes.
Als je naar de wereldkaart van 1839 kijkt, vallen een aantal dingen op. Zo zie je dat het wereldwijde Britse Rijk al vorm begon te krijgen. Het omvatte op dat moment al gebieden als Canada, Australië en India. In Azië kun je zien dat er een hoop Europese koloniën waren, zoals Indonesië (Nederlands) en de Filipijnen (Spaans). Maar in het enorme Chinese Rijk hadden de Europeanen nog geen voet aan de grond.
De wereldkaart in 1839
Dat kwam omdat de Chinese keizers hun rijk effectief wisten te beschermen tegen de Westerse expansiedrift. Christelijke missionarissen waren er niet welkom en ook de vrijemarkteconomie werd door de Chinezen niet getolereerd. Er mocht alleen gehandeld worden binnen het zogenaamde Kantonese systeem. In 1757 had keizer Qianlong een decreet uitgevaardigd dat Kanton (Guangzhou) de enige haven was in heel China waar gehandeld mocht worden met buitenlanders. En dat mochten bovendien alleen gecertificeerde Chinese koopmannen.
Handelsdriehoek
Bijna een eeuw lang maakten de Britten gretig gebruik van dit systeem, in de vorm van een handelsdriehoek tussen Engeland, India en China. Ze verscheepten katoen uit India en zilver uit Engeland naar China, in ruil voor Chinese thee en andere luxemiddelen. Het probleem voor de Britten was dat de handelsbalans in het voordeel van China lag. Chinese thee was immers veel populairder bij de Britten (tea time!) dan Indiase katoen bij de Chinezen. Met als gevolg was dat al het Britse zilver wegvloeide naar China. Dat konden de Britten natuurlijk niet over hun kant laten gaan. Daarom zochten ze naar een product dat beter aansloeg bij de Chinezen.
In de achttiende eeuw raakte opium steeds meer in zwang als recreatieve drug
Opium, gewonnen uit papaverzaadjes, werd als geneesmiddel al duizenden jaren gebruikt. Maar in de achttiende eeuw raakte het steeds meer in zwang als recreatieve drug. Het brengt gebruikers in een bedwelmde staat waarin zorgen, frustraties en pijn verdwijnen als sneeuw voor de zon. Je wordt van opiaten alleen al snel lichamelijk afhankelijk, wat ze tot de verslavendste drugssoorten ter wereld maakt. De Britse regering zag een groeimarkt in China en besloot in te zetten op grootschalige papaverkweek in India. The British East India Company kreeg van de regering het monopolie op de teelt en de export.
‘Stacking room’ met bollen opium in Britse opiumfactorij, Patna, India
(Foto: Wikimedia Commons)
Volksziekte
Het werkte. Binnen enkele decennia was een groot deel van de Chinese bevolking hooked aan de Indiase opium. Langzamerhand kwam het zilver weer in Britse handen terecht. Dat ging wel ten koste van de gezondheid van de Chinese bevolking. Wat voor beginnende opiumgebruikers daar begon als een verzetje, eindigde vaak in een zware verslaving. Wie van het spul probeerde af te komen, kreeg te kampen met ontwenningsverschijnselen als pijn, misselijkheid en algehele malaise. De enige uitweg leek dan vaak om maar te blijven gebruiken.
De Chinese regering zat met de handen in het haar, want opiumverslaving was volksziekte nummer één aan het worden. In 1800 besloten ze de import en de teelt van papaver in heel China te verbieden. In 1813 gingen ze zelfs een stap verder door gebruik ook strafbaar te stellen: honderd stokslagen voor een ieder die werd gesnapt. Voor de Britten was het verbod op teelt alleen maar gunstig: voortaan waren de Chinezen nog afhankelijker van de Indiase papaver. The British East India Company smokkelde opium voortaan het land in. Op hun loonlijst stonden op het hoogtepunt wel honderd Chinese smokkelboten.
Chinese opiumgebruikers in de negentiende eeuw
Drugsdebat
Toen de Chinese keizer erachter kwam dat zelfs veel studenten en leden van zijn eigen legerleiding aan de spullen zaten, was de maat vol. Hij riep een spoedberaad bijeen met al zijn hooggeplaatste functionarissen. Net als in het huidige Nederlanse drugsdebat vormden zich al snel twee kampen. Aan de ene kant had je de pragmatisten, die betoogden dat de regering opium beter kon legaliseren. Door middel van regulering en hoge belastingen zouden ze het gebruik zo duur kunnen maken dat de meesten zouden moeten stoppen of in elk geval minderen.
Lin Zexu (de Ferd Grapperhaus van zijn tijd) zag de opiumhandel als een boosaardige poging om de Chinese samenleving kapot te maken
Aan de andere kant had je de moralisten, die betoogden dat het gebruik van opium verwerpelijk was en dat dit onkruid tot aan de wortel moest worden uitgeroeid. De grootste hardliner in het debat was Lin Zexu. Deze ambitieuze beambte zag de opiumhandel als een boosaardige poging om de Chinese samenleving kapot te maken (hij was de Ferd Grapperhaus van zijn tijd, zogezegd). Hij vond dat ze juist de smokkelaars en de verkopers moesten aanpakken. Zexu wist de keizer te overtuigen. Zodoende werd hij op pad gestuurd naar de havens om daar korte metten te maken met de smokkelaars en de handelaars.
Lin Zexu en de vernietiging van de Britse opium
(Foto: Wikimedia Commons)
Inbeslagname
Zexu kwam in Guangzhou aan in 1839 en startte een stevig offensief op meerdere niveaus. Ten eerste schreef hij een open brief aan Koningin Victoria, waarin hij de Britse steun voor opiumsmokkel en de moraliteit ervan aan de kaak stelde. Ten tweede liet hij zestienhonderd Chinese dealers arresteren en tienduizenden opiumpijpen vernietigen. En ten derde eiste hij van alle buitenlandse opiumhandelaren (voornamelijk Britten en Amerikanen) dat zij per direct hun opium inleverden in ruil voor Chinese thee.
Toen de meesten daaraan geen gehoor gaven ging Zexu over tot inbeslagname. 2,6 miloen pond (twintigduizend kisten) opium werden geconfisceerd, inclusief het waar dat nog op de Britse schepen in de haven lag. Hij liet het vernietigen door het met limoen en zout te mengen en naar de zeebodem te laten zinken. Daarna verbande hij de onbereidwillige Britse schepen naar de haven van Hongkong.
Zexu liet twintigduizend kisten opium vernietigen door het met limoen en zout te mengen en naar de zeebodem te laten zinken
Eerste Opiumoorlog
Volgens Zexu lagen de schepen in Chinese wateren, maar de Britten beweerden dat de goederen in internationale wateren waren geconfisqueerd. Zij zagen dit als een schending van internationale verdragen en de vrijemarkteconomie. Na een schermutseling tussen Britse koopvaardijschepen en Chinese oorlogsschepen in november van 1839 ontstond een verhit debat in het Britse Parlement. Met een kleine meerderheid werd besloten om China de oorlog te verklaren.
Het duurde nog tot juni van 1840 eer de Britse vloot arriveerde in Guangzhou (zo snel ging dat in die tijd). Het was het begin van de Eerste Opiumoorlog – een vernederend conflict voor de Chinezen. Het Keizerlijk leger bleek geen partij voor de Britse schepen, die uitgerust waren met de meest geavanceerde technologie. Na twee jaar van Britse bombardementen op Chinese havens, verloren veldslagen en veroverde steden zagen de Chinezen geen andere uitweg dan te capituleren. Tientallen generaals van de Keizer pleegden uit schaamte zelfmoord.
De Chinezen tekenen gedwongen het Verdrag van Nanking (Nanjing), 1842
De Eerste Opiumoorlog eindigde met het Verdrag van Nanjing, dat de Chinezen gedwongen moesten ondertekenen. Hierin werd vastgelegd dat Hong Kong werd overgedragen aan Groot-Brittannië; dat de Chinezen een enorme som geld moesten betalen aan de Britten; dat er vijf nieuwe handelshavens werden opengesteld, waar Britse koopmannen mochten werken en wonen; dat deze handelaren zich aan de Britse en niet de Chinese wet hoefden te houden en dat Groot-Brittannië voortaan werd voorgetrokken op het gebied van handel met de Chinezen. En Zexu? Die werd verbannen door de Keizer.
Tweede Opiumoorlog
In de decennia erna floreerde de Britse opiumhandel in China. Nog meer mensen raakten aan het verraderlijke spul verslingerd. Maar voor het Britse Rijk was de handel nog niet ver genoeg opengebroken. Toen in 1856 de Chinese crew van een Brits schip werd opgepakt door Keizerlijke troepen, grepen de Britten dat voorval aan om China opnieuw de oorlog te verklaren. Ditmaal deden de Fransen, die ook een schermutseling met de Chinezen hadden gehad, met de oorlog mee.
De twee oorlogen braken de handel met het Keizerrijk open, maar lieten de Chinezen gekrenkt en berooid (en veel van hen verslaafd) achter
Toen na vier jaar vechten Beijing werd ingenomen door de Westerse troepen en het keizerlijke paleis werd geplunderd en vernietigd, moest de Keizer vluchten en de Chinezen opnieuw capituleren. In een tweede verdrag werden nog eens elf havens opengegooid, de opiumimport volledig gelegaliseerd en kregen Christelijke missionarissen ook meer voet aan de grond. De twee oorlogen braken de handel met het Keizerrijk open, maar lieten de Chinezen gekrenkt en berooid (en veel van hen verslaafd) achter.
Nog steeds bezoeken veel Chinezen de ruïnes van het Oude Zomerpaleis, dat in 1860 werd geplunderd en vernietigd door Britse en Franse troepen
Eeuw van de Vernedering
Nog altijd worden de Opiumoorlogen door de Chinezen gezien als het begin van wat zij De Eeuw van de Vernedering noemen. Voor het eerst sinds de Mongolen er binnenvielen was het machtige Chinese Rijk op zijn knieën gedwongen door een buitenlandse mogendheid. De politieke onrust, de verslavingsproblematiek en de overgave van de machtige havenstad Hongkong erna trokken een wond met een blijvend litteken door het Chinese eergevoel.
De Eeuw van de Vernedering is ook een historisch kader waaraan de huidige Chinese president Xi Jinping regelmatig refereert om het Chinese nationaliteitsgevoel aan te wakkeren. De eeuw begon in zijn ogen met het Verdrag van Nanjing. Geen wonder dat zijn regering nu zo’n verbeten strijd voert om Hongkong terug te krijgen onder de Chinese wet; het zit veel dieper dan je op het eerste gezicht ziet. En dan te bedenken dat dit hele conflict ontstond om de verkoop van wat bruine bolletjes.
—
Bronnen: New York Times/ Asia Pacific Curriculum/ Wikipedia