Skip to main content
ACHTERGROND & OPINIE

De verheerlijking van drugsgebruik: hoe heroin chic de modewereld op zijn kop zette

Ingevallen wangen, bleke huid, holle ogen en een legioen graatmagere modellen. Mid jaren negentig was deze tikje macabere trend genaamd heroïnechic hét schoonheidsideaal. 

Tekst Isa Davids 

The heroin chic look, een omstreden hoofdstuk in de modegeschiedenis, is tot de dag van vandaag van invloed op de fashionindustrie en moderne cultuur. Waarom heeft deze relatief kortdurende trend zo veel impact gehad? Heroin chic zou drugsgebruik verheerlijken en is zelfs in verband gebracht met anorexia en kinderporno. Dat subculturen zich afzetten tegen de gevestigde orde, is niets nieuws. Maar weinig modetrends leiden tot een federaal onderzoek, een dode fotograaf en een adressering van de Amerikaanse president. Een persoon heeft deze trend onmiskenbaar vleugels gegeven; een Brits meisje dat op haar veertiende werd op ontdekt op het New Yorkse vliegveld JFK. Haar naam was Kate Moss.

Billboard in New York met topmodel Kate Moss, voor een campagne van Calvin Klein Jeans. Foto van Wikipedia Commons 

Crisisklimaat
Maar allereerst, hoe ontstond het fenomeen heroïnechic eigenlijk? Zoals bij vele modetrends, ging ook deze trend gepaard met sociale en economische ontwikkelingen. Eind jaren tachtig was de economie in Amerika in recessie en veel afgestudeerde jongeren kwamen maar moeilijk aan een baan. De in luxemerken gehulde modeprinsessen als Cindy Crawford en Claudia Schiffer waren een desillusie, modellen waar de verbitterde jeugd zich niet mee kon identificeren. Het mondaine leven dat zij leidden, was voor hen faux, en klopte niet met hun eigen realiteit. Dit creëerde een neiging naar een meer authentieke representatie in de vorm van kunst en mode, waar pessimisme en nihilisme overheersten. Het was tevens de tijd waarin grunge opkwam, het alternatieve muziekgenre uit Seattle waar vaak werd gezongen over angst, eenzaamheid en verwaarlozing. Fotografen en designers wilden een wereld laten zien die overeenkwam met de realiteit. En die realiteit was donker. In 1990 piekte criminaliteit in steden als New York, waar in dat jaar alleen al maar liefst 2245 moorden werden gepleegd. De bekende drugsepidemie bereikte ook haar hoogtepunt rond deze tijd. Kunstenaars en artiesten raakten geïnspireerd door het gevaarlijke en duistere stadsleven, met name fotografen. De fotografiestijl die een aanzienlijke groep fotografen toen hanteerde, werd bekend als dirty realism, en was al snel populair onder modedesigners. Ook zij wilden af van het beeld van de jaren tachtig, dat gekarakteriseerd werd door fitnessmodellen en een gezonde levensstijl. Denk aan vrouwen met grote haardossen en een luxueuze uitstraling, vrouwen als actrice en model Brooke Shields en model Naomi Campbell. Nee, in plaats daarvan werd er gezocht naar iets rauws. Iets echts.

Het misschien-laatje 

Ongeveer op hetzelfde moment in 1988, liep een piepjonge Kate Moss rond op het vliegveld van John F. Kennedy, waar ze werd gespot door agent Sarah Doukas van Storm Management. Haar ouders reageerden verbaasd toen de agent begon over een modellencarrière. Ook Kate zelf was verrast; ze wist dat ze knap was, maar een model…? Ook het agentschap waar Moss zich meldde was niet direct blown away van haar schoonheid, dus belandde ze in het misschien-laatje, tussen alle ‘normale’ meisjes. Daar bleef haar portfolio liggen tot op een dag worstelend fotograaf Corinne Day naar haar naam vroeg. Kate sprak haar direct aan, vanwege haar uiterlijke contrast met de Amazonian modellen uit de jaren tachtig en vroege jaren negentig. Day zelf had een bescheiden carrière als model gehad, maar vanwege haar lengte (ze was te klein) kon ze niet concurreren met modellen als de Crawfords en Campbells. Kate was geïntrigeerd, ondanks dat modellenwerk haar niet per se aansprak. Fotografen lieten haar voelen als een stuk vlees, en ze vond ze pervers. 

Met haar bijna kinderlijke postuur maakte Kate korte metten met de populariteit van het sportieve model uit de jaren tachtig


Haar echte debuut, de shoot met rapper Marky Mark voor Calvin Klein uit 1992, waarin ze topless poseert, geeft haar een gemixt gevoel. In een interview uit 2013 Vanity Fair vertelt ze dat ze de shoot ontzettend zwaar vond. Ze kon het niet vinden met acteur en toen rapper Mark Wahlberg, die volgens haar zo onaardig tegen haar was, dat ze als gevolg daarvan een zenuwinzinking had en twee weken in bed spendeerde. Door de foto’s raakte haar carrière echter in een gigantische stroomversnelling en met haar ranke, bijna kinderlijke postuur maakte ze korte metten met de populariteit van het sportieve model uit de jaren tachtig. Wallen onder de ogen, een bleke huid, stringy hair en een mager postuur waren plotseling all the rage, features die geassocieerd werden met de look van heroïne snuivende well-to-do junks, de bored upper class, een ding in die tijd, in tegenstelling tot de berooide, spuitende heroïnejunks van bijna een decennium eerder. Al snel verscheen Moss in modeshoots en campagnes van grote merken die eveneens de junk tot highfashionicoon maakten. Heroin chic was niet meer weg te slaan uit het modebeeld. 

 Foto uit 1993 van Kate Moss in de januari-editie van de Britse Vogue, gemaakt door Corinne Day. Shutterstock 

Bill Clinton: ‘De verheerlijking van heroïne is niet creatief, maar destructief’

Dood als mooi 

Niet alleen de mode-industrie raakte geïnspireerd door de controversiële trend, ook de filmindustrie en muziekwereld gingen mee met de donkere invloeden. Ten eerste was de wereld in de ban van bands als Nirvana, waarvan de overleden zanger Kurt Cobain kampte met drank- en drugsverslaving. Zijn fervent gebruik was een slecht bewaard geheim. Integendeel: heroïne had zijn povere reputatie verloren en werd vaker gebruikt als elitedrug. Ook binnen de filmcultuur bleef de junkie niet onopgemerkt. Zo kwam in 1996 de film ‘Trainspotting’ uit, een tragikomedie over zes Schotse heroïnejunkies die proberen hun verslaving de baas te worden. De trend werd echter niet door iedereen gewaardeerd. Als de Britse ‘Vogue’ een editie uitbrengt waarin een uitgemergelde Kate in een leeg appartement poseert in haar ondergoed, is de maat vol voor velen. Volgens critici zou haar lege maar tevreden oogopslag veel weg hebben van een heroïneverslaafde die net een shot (hit) heeft genomen. 

Ook het frêle, haast kinderlijke figuur van het anti-model zorgde voor commotie binnen de industrie. Tegen het einde van 1995 startte de FBI een onderzoek naar aanleiding van een controversiële campagne van Calvin Klein, waarbij een aantal extreem jong uitziende modellen op provocerende manier poseren. Het onderzoek liep af met een sisser, maar de toon was hiermee gezet. Zelfs Bill Clinton begon zich ermee te bemoeien. In een persconferentie liet hij weten dat je drugsgebruik niet moet ophemelen om kleding te verkopen. Hij zei hierover: ‘De verheerlijking van heroïne is niet creatief, maar destructief. Dit gaat niet om kunst, dit gaat om leven of dood. En het romantiseren van de dood is slecht voor de maatschappij.’

‘Not enough to kill a fly’

De woorden van Bill Clinton waren gemotiveerd door de dood van modefotograaf Davide Sorrenti, die in 1997 op twintigjarige leeftijd overleed. De Sorrenti’s waren een bekende familie in de modewereld, en werden ook wel de Corleones van de mode-industrie genoemd. Davide werd geroemd om zijn jonge uitstraling, de puppy van de jaren negentig. Net als andere artiesten was hij gefascineerd door de straatcultuur van de jaren negentig. Hij werd onder andere bekend met zijn fotoserie van zijn vriendin Jaime King, een ander icoon van de heroin chic era. Ze deelden een verslaving aan heroïne, maar dat zou hem niet fataal worden. Hoewel Sorrenti uiteindelijk stierf wegens nierfalen, presenteerden de media zijn dood als het gevolg van een overdosis. Later zou zijn moeder, Francesca Sorrenti, aangeven dat er nog niet genoeg heroïne in zijn bloed zou zitten om een vlieg te doden. Maar het kwaad was al geschied. Op de schop met heroin chic, luidde het motto. En zo geschiedde. Tegen het einde van de jaren negentig verschoof de nadruk weer naar gezonder uitziende modellen. 

Hoewel de trend af en toe nog een terloopse comeback maakt en menig designer af en toe met een grungy look flirt, hebben graatmagere modellen plaatsgemaakt voor fitte, gezonde en zelfs curvy modellen. Heroin chic is misschien passé, maar zeker niet vergeten; er zijn nog parallellen met het nu. Er wordt hier en daar gewezen naar het huidige beeld, waar fotoshop en plastische chirurgie verre van een taboe zijn. Ook hier wordt een niet-realistisch schoonheidsideaal geshowd. Misschien niet in de vorm van graatmagere modellen, maar in opgespoten lippen. De vraag is dan ook of mode en fotografie een morele rol moeten vervullen waarin ze jonge meisjes behoeden voor problemen met hun zelfbeeld. Of modellen toch laten doormodderen onder het mom van ‘nothing tastes as good as skinny feels.’ 

Leave a Reply