
‘Of ik de hippietijd weleens mis? Nee hoor. De hippietijd zit in mij, ik ben vrij’
‘Ik ben twee keer in mijn leven door een soort pubertijd heen gegaan en hasj hoorde daarbij. De eerste keer was in de hippietijd. Mijn ouders wilden dat ik braaf op een kantoor ging werken, maar ik wilde vrij zijn. Ik richtte me op mijn vrienden. Samen met hen knapte ik een schuur op in Wassenaar, zodat we er konden blowen. Het was geweldig. Er kwamen steeds meer mensen bij: onze Twistbunker werd een begrip. Ik dook helemaal in die hippiewereld en ging zelfs een keer met een jongen mee naar Amsterdam om een nacht op de Dam te slapen. Er waren toen héél veel Damslapers. Iedereen blowde. Het was heel lieflijk; het was gewoon spelen.
Maar ik moest volwassen worden. Ik trouwde met een trommelaar en kreeg twee kinderen met hem. Even was het uit met de hasj. In het begin was dat allemaal oké, maar na lange tijd kreeg ik het benauwd. Mijn echtgenoot was heel “strak”, en ik wilde weg. Dus ging ik reizen. Ik ging naar India, Laos, Nepal: de hele wereld over. In mijn eentje. Mijn man liet ik thuis. Het ging natuurlijk uit en zo brak een nieuwe levensfase aan – ik was weer vrij!
Tijdens een reis door Cambodja zag ik opeens een oude Duitse hippie staan die precies op mij leek. Ik stapte gewoon op hem af. Hij pakte meteen mijn arm en liet niet meer los. We hingen aan elkaar, bezochten ongelofelijke plekken en blowden elke dag. Jaren na die reis kocht ik een huis in Den Haag en wilde hij bij mij intrekken. Hij wilde me vasthouden, maar ik wilde dat niet. We kregen ongelofelijke herrie en op een dag stond hij plotseling voor mijn deur, helemaal vanuit Duitsland. Helemaal stoned. Helemaal gék… Ik heb hem op de trein terug naar Duitsland gezet. Blowen doe ik sindsdien niet meer. De manier waarop hij mijn huis binnen donderde, zo zielig en gek: ik kreeg er een aversie tegen. Ik hoef ook geen man meer. Ik vind mannen enig, maar ik wil nooit meer een vaste relatie.
Of ik de hippietijd weleens mis? Nee hoor. De hippietijd zit in mij. Ik ben nog steeds een hippie; ik ben nog steeds vrij. Vrijer dan mijn vader en moeder waren en vrijer dan de mensen die nu opgroeien, denk ik. Al gun ik die vrijheid iedereen.’