Skip to main content

‘Inmiddels heb ik geleerd om verantwoordelijk met drugs om te gaan en alleen te gebruiken als ik me goed voel’

 

‘Mijn eerste drugservaring werd geboren uit nieuwsgierigheid. Ik was 18 jaar en veel mensen uit mijn omgeving waren er al mee bezig. Door programma’s als ‘Spuiten en Slikken’ en ‘Drugslab’ kon ik me goed voorbereiden. Ik nam voor het eerst een pilletje op een festival, maar na een jaar begon ik ook nieuwsgierig te worden naar andere dingen. Ik zag weleens iemand snuiven op een feestje en vroeg me dan af hoe het zou zijn. Zo rol je daar dan een beetje in. Nu gebruik ik regelmatig coke en ‘poes’ (designerdrug 3MMC), en heel af en toe GHB. Toen die nieuwsgierigheid eraf was merkte ik dat ik het eigenlijk gewoon heel gezellig vond en veel leuker dan alcohol. Je houdt het langer vol natuurlijk, maar dat is niet de reden voor mij. Het is een roze bril die je opzet en alles mooier maakt. De muziek is mooier, de mensen zijn leuker, de sfeer is fijner. Het is heel lekker om af en toe die bril op te kunnen zetten en de wereld even zo te kunnen zien. Maar ik heb ook weleens een slechte ervaring gehad. Ik probeerde truffels toen ik niet zo lekker in mijn vel zat en heb uren zitten huilen. Dat heeft me wel geleerd om verantwoordelijk met drugs om te gaan en ze alleen te gebruiken als ik me goed voel.

 

Voor mijn vrienden is drugsgebruik heel normaal. Maar mijn ouders denken hier helaas anders over. Ze kwamen er ooit achter dat ik weleens een pilletje deed en we hebben toen 2 dagen ruzie gehad. Ze weten daarom ook niet dat ik die pilletjes allang weer heb ingeruild voor iets anders. Ik ben heel open en wil hier graag transparant met ze over zijn, maar ik vind dat toch een beetje eng. Ik wil ze niet ongerust maken. Ze horen natuurlijk alleen maar de negatieve verhalen en dat maakt het lastig om hier volledig eerlijk over te zijn. Ik wil niet dat ze de hele nacht wakker liggen als ik naar een feestje ga. Wel heb ik ze aangeraden om meer onderzoek te doen en druk ik ze op het hart dat ik er verantwoordelijk mee om ga en mijn eigen grenzen ken. 

 

Het liefst zou ik willen dat iedereen er gewoon open over kon praten. Dat er geen taboe meer op heerst. Maar alles legaliseren lijkt me ook niet de oplossing. Dit veroorzaakt in mijn ogen nog meer problemen omdat dan ook jongeren van 14 jaar er makkelijker aan kunnen komen – en zij kennen hun grenzen nog niet. Daarom lijkt het me ook goed als jongeren meer voorlichting krijgen op middelbare scholen. En dat ze dan niet alleen de negatieve kanten horen, maar dat ervaringsdeskundigen ook de positieve kanten benoemen zodat er echt over gepraat kan worden op een eerlijke manier.’