Mijn broertje opzoeken in Berlijn, ik kan weinig betere weekendbestedingen bedenken. Zeker als er terloops op de luchthaven nog even een avondlockdown wordt aangekondigd, een onmiskende uitkomst van bipolaire politiekbedrijving. Klasse, Mark. En passant nog een Facetimesessie met ons zusje dat in Zuid-Afrika is gestrand door hetzelfde kortzichtige wanbeleid, en de conclusie moge daar zijn: we kunnen nog wat leren van ons buurland.
Als ik we door het gegentrificeerde Prenzlauer Berg van voormalig Oost-Berlijn wandelen, een wijk bezaaid met ontbijttenten, speeltuinen en sinds kort ook CPD-winkels, realiseer ik hoe deze stad zich constant weet te vernieuwen. Een stad die een oorlogstrauma ademt, heeft zich weten om te toveren in een broedplaats voor progressieve en creatieve talenten. En die drang naar vooruitgang manifesteert zich ook soepeltjes binnen de politiek, nu de CDU vernuftig buitenspel is gezet, met een coalitie die in bliksemtempo werd gevormd, alsof de lijntjes speed op tafel lagen – in positieve zin. Zo belooft de nieuwe regering onder andere prioriteit te verlenen aan de rechten van trans mensen, een ware klimaattransitie te bewerkstelligen. Oh, en onverhoopt willen ze ook even wiet legaliseren, gedoogbeleid ammehoela.
We struinen vervolgens af op een van de meest yuppie koffietenten die ik ooit heb mogen waarnemen, en nemen plaats. Een blik op de medegasten die voor het gouden bladgouden behang van Klimt bezield hun ontbijt nuttigen, vertelt genoeg over de aangename sfeer die de boventoon voert in de Duitse hoofdstad. Het gros oogt ontspannen, alles lijkt hier volledig onder controle. De meeste honden dragen een gehaakt jasje. Ik vraag mijn broertje of ze hier ook wappies hebben, en hij antwoordt lachend dat er inderdaad af en toe wordt geprotesteerd op Alexanderplatz, en dat de anti-vaxers hier in de volksmond querdenkers worden genoemd – een gewichtige betiteling. Maar vele malen minder gevaarlijk, zou blijken. Want galgen en Davidsterren draagt het excentrieke groepje niet bij zich. Het enige waar Duitsers tegenwoordig écht nog serieus over lijken te zijn, zijn kerstmarkten.
Terwijl een meisje twee royale cappuccino’s op tafel parkeert, vraag ik me af wat ze zou vinden als ze wist dat het dagelijks reacties regent op social media over Nazi’s en andere anachronistische vergelijkingen. Ik hoop niet dat ze hier, op deze plek, die een heiligdom is geworden voor gedenkstenen en oorlogsmusea, weten dat er bij de buren gerept over tribunalen, al spugend op het onverteerbare leed dat de Joodse gemeenschap te verduren heeft gekregen. Dat er jongeren zich optuigen in Nazikostuums, als toonbeeld van onverbiddelijke domheid en oneerbiedigheid. Het Nederlandse beleid is een gruwel van gelieg en onkunde, een ontembare ratelslang van klungeligheid en gebrek aan visie. Een les in traagheid, zoals het eerder werd genoemd. Maar hoe kunnen we verwachten dat Duitsland de crossgenerationele last draagt om haar geschiedenis door te geven, en de geërfde verantwoordelijkheid na te leven, als wij onze neus ervoor ophalen. Voor zoiets sufs en betekenisloos als een 2G-beleid.
Het meisje glimlacht nog even terwijl ik in mijn rampzalige Duits ‘danke’ opper. Of ik nog even mijn id-kaart en qr-code wil laten zien. Aber natürlich.