Aan de grenzen voorbij Twente wordt in het Duits gefluisterd over het volledig legaliseren van wiet. De nieuwe progressieve coalitie laat er duidelijk geen gras over groeien- en kweekt het dus liever zelf. Nederland op zijn beurt heeft na de dood van Peter R. de Vries de zoveelste welles-nietes discussie, een eindeloze tirade waar het woord compromis onbekend lijkt. Waarom is ons land zo lethargisch?
Het was Alex van Dongen die in mei 2021 al zei dat ‘het drugsdebat meer kapot maakt dan je lief is.’ Hij wijdt de sleetse discussie vooral aan het feit dat twee gepolariseerde groepen tegenover elkaar staan (waar kennen we dat nou van?), en hekelt het feit dat beide geen enkele poging doen elkaar in het midden te ontmoeten. Beide partijen berusten hun standpunten op het megalomane gevoel van zelfoverschatting.
Waar de ene partij namelijk uitgaat van het wellicht iets misplaatste idee dat de mens een uitstekend vermogen heeft eigen beslissingen te maken, zonder rekening te houden met de kwetsbare persoon die hier eventueel moeite mee heeft. Deze zogeheten pro-legaliseerders zien heil in het decriminaliseren van drugs, door de mannen als Taghi buitenspel te zetten. Op Messiasachtige wijze prijzen zij het concept even eigen verantwoordelijkheid, en binnen die neoliberale trend duiden ze op het geld dat tevens verdiend kan worden op de legalisering.
De andere groep moet niets weten van deze vrijdenkende stroming, en baseert de visie geheel op preventie en bescherming van de samenleving. De mens is in dit verhaal eerder een schaap, dat behoed moet worden voor het sodom & gomorra dat de drugsindustrie met zich meebrengt. Niet volledig onwaar natuurlijk, maar erg gegeneraliseerd wel. Bovendien gaat laat ook deze groep zich leiden door zelfoverschatting, met de voorgenomen perceptie dat drugscriminaliteit wel degelijk te stoppen is, zolang er maar genoeg geld in geperst wordt. De wereld van drugs kent tal van uithoeken, met positieve en misselijkmakende aspecten, en zoals met elk politiek vraagstuk vaak het geval is – ligt de waarheid enigszins in het midden.
Ik vermoed dat politici wéten dat dit het geval is, dat zij zich in een gepolariseerde impasse bevinden door niet naar elkaar toe te bewegen. En dat maakt het drugsdebat ook zo toxisch. Een oplossing is snel gevonden als tunnelvisies worden geparkeerd, maar Nederland klampt zich vast aan wat het het liefste doet en het beste kan van alle landen: ongegeneerd kibbelen.